Na de lezing van Pieter van Manen (11-03-2020) over zijn bevindingen met planten die insecten en bijen aantrekken is het een uitdaging om de tuin inderdaad wat meer in te richten zodat de tuin en de inrichting een positieve invloed hebben op het aantal bijen en insecten.

Een Brits onderzoek uit 1999 (Colleen Kelly & T.R.E. Southwood: Species richness and resource availability: a phylogenetic analysis of insects associated with trees) toont namelijk aan dat insecten vooral leven met en van inheemse soorten planten en bomen. Uit dit onderzoek blijkt dat hoe langer een exoot in een land aanwezig is hoe meer insecten zich aanpassen aan zo’n vreemde eend in de bijt. De natuur past zich aan in termen van eeuwen. De studie liet zien dat op de inheemse eik 423 soorten insecten te vinden waren en op de geïmporteerde Amerikaanse eik slechts 12.

Besef ook dat al jaren de landbouw, fruitteelt en de kassen voorzien in monoculturen, gecultiveerde planten en onkruid loze weilanden. Onze insecten verdienen daar een slechte (eenzijdige) boterham mee. Insecten gedijen bij een scala aan planten en bomen zodat er drie seizoenen zijn met nectar en andere voeding. Ieder insect heeft ook zijn eigen specialisatie, dus afhankelijkheid van bepaalde soorten planten. Zo kan de particuliere tuin zeker bijdragen aan biodiversiteit en behoud van bijen en insecten.

Natuurlijk hoeft de bestaande tuin niet meteen omgespit te worden, het getuigt juist van raffinement om hier en daar in de tuin deze inheemse planten te integreren.

Welke planten zijn dan erg passend in een tuin? Bieden zo ook voldoende ‘decoratie’? Enkele suggesties zijn: